Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BG5325

Datum uitspraak2008-11-20
Datum gepubliceerd2008-11-26
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200806376/2
Statusgepubliceerd
SectorVoorzitter


Indicatie

Bij besluit van 27 juni 2008 heeft het college van gedeputeerde staten van Groningen (hierna: het college) besloten over de goedkeuring van het door de raad van de gemeente Reiderland (hierna: de raad) bij besluit van 13 november 2007 vastgestelde bestemmingsplan "Nieuweschans".


Uitspraak

200806376/2. Datum uitspraak: 20 november 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Smurfit Kappa Solid Board B.V., gevestigd te Nieuweschans, gemeente Reiderland, verzoekster, en het college van gedeputeerde staten van Groningen, verweerder. 1. Procesverloop Bij besluit van 27 juni 2008 heeft het college van gedeputeerde staten van Groningen (hierna: het college) besloten over de goedkeuring van het door de raad van de gemeente Reiderland (hierna: de raad) bij besluit van 13 november 2007 vastgestelde bestemmingsplan "Nieuweschans". Tegen dit besluit heeft de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Smurfit Kappa Solid Board B.V. (hierna: de besloten vennootschap) bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 19 augustus 2008, beroep ingesteld. Bij deze brief heeft de besloten vennootschap de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 7 november 2008, waar de besloten vennootschap, vertegenwoordigd door C.H. van Roon, M. Leegsma en W.T. Drent, is verschenen. Verder is de raad, vertegenwoordigd door J. Klompmaker, als partij gehoord. 2. Overwegingen 2.1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure. 2.2. De besloten vennootschap beoogt met haar verzoek om voorlopige voorziening schorsing van het bestreden besluit voor zover daarbij goedkeuring is verleend aan het plandeel met de bestemming "Dorpsgebied" ten behoeve van het realiseren van een appartementencomplex met 9 woningen op de locatie van de voormalige Rabobank aan de Hoofdstraat 6 te Nieuweschans (hierna: het appartementencomplex). Zij acht het ongewenst dat het appartementencomplex op korte afstand van haar ter plaatse gevestigde kartonfabriek wordt gesitueerd. 2.3. Bij besluit van 19 februari 2008 heeft het college van burgemeester en wethouders van Reiderland het bezwaarschrift van de besloten vennootschap gericht tegen zijn besluiten van 3 juli en 31 augustus 2007, strekkende tot het verlenen van vrijstelling als bedoeld in artikel 19, tweede lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en een bouwvergunning 1e fase ten behoeve van de bouw van het appartementencomplex, gegrond verklaard voor zover dit betrekking heeft op de motivering en de genoemde besluiten onder aanvulling van de motivering gehandhaafd. Tegen deze beslissing op bezwaar is door de besloten vennootschap beroep ingesteld bij de rechtbank Groningen. Bij besluit van 5 februari 2008 is een bouwvergunning 2e fase verleend ten behoeve van het realiseren van het appartementencomplex. Ter zitting is aangegeven dat dit een bouwvergunning betreft in de zin van artikel 56a, derde lid, van de Woningwet, die uitsluitend betrekking heeft op technische aspecten. De besloten vennootschap is op dit moment - hangende de beroepsprocedure bij de rechtbank - niet gebaat bij schorsing van het bestreden plandeel, aangezien daarmee de verwezenlijking van het appartementencomplex niet wordt verhinderd. Schorsing kan evenmin meebrengen dat de grondslag aan de beslissing op bezwaar van 19 februari 2008 ontvalt. In dit besluit is immers uitgegaan van het planologische regime dat aan het onderhavige plan vooraf ging waaraan de aanvraag om bouwvergunning 1e fase is getoetst en waarvan vrijstelling is verleend. Gelet op het karakter van de bouwvergunning 2e fase heeft de schorsing van het bestreden plandeel ook geen gevolgen voor deze vergunning. 2.4. Onder deze omstandigheden is de voorzitter van oordeel dat het in werking treden van het plan op dit moment geen directe gevolgen heeft voor de positie van de besloten vennootschap en zij daarom op dit moment geen spoedeisend belang heeft bij het treffen van een voorlopige voorziening. De voorzitter neemt daarbij in aanmerking dat, mochten de omstandigheden zich wijzigen, bijvoorbeeld door de uitkomst van de procedure bij de rechtbank, de besloten vennootschap zo nodig een nieuw verzoek om een voorlopige voorziening kan indienen. 2.5. Gelet op het vorenstaande dient het verzoek van de besloten vennootschap te worden afgewezen. 2.6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. 3. Beslissing De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State: wijst het verzoek af. Aldus vastgesteld door mr. R.J. Hoekstra, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. E.M. Ouwehand, ambtenaar van Staat. w.g. Hoekstra w.g. Ouwehand Voorzitter ambtenaar van Staat Uitgesproken in het openbaar op 20 november 2008 224